Voedingsnormen voor energie
De Gezondheidsraad heeft de voedingsnormen voor energie, ofwel de referentiewaarden voor de dagelijkse calorische inname, herzien. Daarbij maakt de raad onderscheid naar leeftijdsgroepen, tussen mannen en vrouwen en naar verschillende niveaus van lichamelijke activiteit. Ook is de extra energiebehoefte gespecificeerd voor zwangere vrouwen (per trimester) en voor vrouwen die borstvoeding geven. De voedingsnormen zijn grotendeels gebaseerd op de normen die de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA heeft vastgesteld en aangepast aan de gemiddelde lengte en het gemiddelde gewicht van de Nederlandse bevolking.
De energiebehoefte verschilt sterk van persoon tot persoon. Leeftijd, lichaamslengte, lichaamsgewicht en activiteitenpatroon hebben hierop een grote invloed. Daarom is de gemiddelde energiebehoefte alleen geschikt voor toepassingen op groepsniveau, zoals de voedingsvoorlichting van het Voedingscentrum, en niet voor toepassing op het individu. Wel formuleert de raad in het advies aandachtspunten voor diëtisten om de energiebehoefte van een individu te schatten bij het geven van voedingsadviezen.
De raad beveelt aan dat er onderzoek komt naar de mate waarin ondergewicht, overgewicht, bepaalde ziekten en/of medicijngebruik invloed hebben op de energiebehoefte. Daarover is nu namelijk weinig bekend. Bij de voedingsnormen wordt uitgegaan van gezonde mensen met een gezond gewicht. Veel mensen kampen echter met overgewicht en/of chronische ziekten.