Leeftijdsgrens en tweede dosis AstraZeneca-vaccin
De Gezondheidsraad heeft op 9 april 2021 geadviseerd om het AstraZeneca-vaccin in te zetten bij mensen van 60 jaar en ouder. De gezondheidswinst woog voor die groep op tegen het risico van de bijwerking (TTS: trombose in combinatie met een laag aantal bloedplaatjes) ook gezien de schaarste aan vaccins en epidemiologische situatie op dat moment. Voor mensen jonger dan 60 jaar werd geadviseerd om een ander vaccin in te zetten. De raad adviseerde ook om alle mensen die een eerste dosis van het AstraZeneca-vaccin hebben gehad, ook de tweede dosis AstraZeneca toe te dienen. Destijds waren er geen meldingen van de bijwerking na vaccinatie van de tweede dosis.
De Gezondheidsraad heeft opnieuw gekeken naar de leeftijdsgrens en naar de tweede dosis. Omdat er geen wezenlijk nieuwe gegevens beschikbaar zijn over TTS na de eerste prik, is er volgens de raad geen aanleiding om het eerdere advies over de leeftijdsgrens voor het AstraZeneca-vaccin te herzien. Ook adviseert de raad AstraZeneca in te blijven zetten bij mensen die al een eerste dosis van het vaccin hebben gehad. Er zijn meldingen van TTS na de tweede prik met AstraZeneca, maar het aantal ligt aanzienlijk lager dan het aantal meldingen na de eerste prik. Bovendien zijn mensen zonder tweede prik onvoldoende beschermd en zijn er onvoldoende wetenschappelijke gegevens over de werkzaamheid en veiligheid van een mRNA-vaccin als tweede dosis na een eerste dosis AstraZeneca.