Interval AstraZeneca-vaccin
Eerder heeft de raad geadviseerd een periode van twaalf weken aan te houden tussen de eerste en de tweede prik met het AstraZeneca-vaccin. Op die manier konden met een beperkte hoeveelheid vaccin zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen met een eerste dosis vaccin beschermd worden tegen COVID-19. Inmiddels is er meer vaccin beschikbaar. De minister van VWS heeft aan de Gezondheidsraad gevraagd te adviseren over het optimale interval tussen de twee doses. De raad stelt vast dat dit op basis van wetenschappelijke gegevens niet goed te zeggen is. Gegevens uit de wetenschappelijke studie voor toelating van het vaccin suggereren een toenemende bescherming bij een langer interval. Deze studie vertoont echter beperkingen waardoor aan de resultaten geen conclusies kunnen worden verbonden. Gegevens uit de praktijk van het vaccinatieprogramma over het optimale interval zijn nog niet beschikbaar. Daarom adviseert de Gezondheidsraad het interval aan te houden dat in de productinformatie staat: tussen vier en twaalf weken.