Werken in commissies
Wanneer de Gezondheidsraad een commissie in het leven roept, weegt de wetenschappelijke expertise en de ervaringsdeskundigheid van de leden zwaar. Dat geldt ook voor de multidisciplinaire aanpak. De Gezondheidsraad wil een brede kijk op een vraagstelling zoveel mogelijk garanderen en de tegenspraak aan tafel organiseren. Daarom worden verschillende disciplines, visies en stromingen in de commissie opgenomen.
Alle commissieleden stellen hun kennis en tijd tegen een bescheiden vacatievergoeding ter beschikking voor de publieke zaak. Werkgevers geven hier gelukkig ook vaak de ruimte voor, vanwege de maatschappelijke waarde van het werk van de Gezondheidsraad.
Bij commissievergaderingen zijn niet alleen commissieleden aanwezig. Commissies kunnen ook andere deskundigen raadplegen. Hun inbreng is belangrijk, maar zij zijn geen lid van de commissie en ze hebben geen zeggenschap en stemrecht over de inhoud van het advies. Deskundigen die structureel worden geraadpleegd, vullen wel een belangenverklaring in.
Bij commissievergaderingen zijn ook een of meer waarnemers aanwezig. Waarnemers zijn vertegenwoordigers van een departement of een andere (overheids)organisatie. Departementsvertegenwoordigers kunnen desgevraagd de aanleiding tot de adviesvraag en de beleidscontext toelichten, evenals de verwachtingen die bij de overheid over de uitkomst leven. Ze zijn echter niet betrokken bij de beraadslagingen en de besluitvorming over het advies.
Elke commissie kiest voor een werkwijze die het beste bij de te beantwoorden vraag past. Zeker de vaste commissies – bijvoorbeeld voor de beoordeling van de gezondheidseffecten van stoffen op de werkplek of voor beoordeling van bevolkingsonderzoek - hebben een eigen werkwijze ontwikkeld om tot een wetenschappelijk verantwoord en beleidsmatig bruikbaar advies te komen. Ze maken daarbij vaak gebruik van vaste werkwijzen en beoordelingskaders.