Woord vooraf
De Gezondheidsraad beleeft dit verslagjaar een jubileum: de raad bestaat 120 jaar. Al 120 jaar adviseert de Gezondheidsraad over de stand van de wetenschap op het gebied van volksgezondheid en gezondheidszorg. En steeds was de organisatie in beweging om haar taak goed uit te voeren in een veranderende wereld. Adviezen van de Gezondheidsraad hebben wetenschappelijk gezag. Men zegt wel: ‘Wanneer de Gezondheidsraad een advies uitbrengt, kun je er niet omheen’. Dat gezag verdient de Gezondheidsraad niet door wetenschappelijke kwaliteit alleen, maar juist ook door oog te hebben voor de wereld van beleid, de politiek en de maatschappij.
Wetenschappelijk gezag moet iedere dag opnieuw verdiend worden. De kwaliteitsborging die vast onderdeel is van al onze adviezen, de grote wetenschappelijke deskundigheid van de raadsleden en de talenten van de medewerkers dragen daar in hoge mate aan bij.
Na een jaar van voornamelijk thuiswerken in 2021, startte ook 2022 met lockdownmaatregelen. Gelukkig konden we kort daarna toch weer live vergaderen met raadsleden. Ook medewerkers van het secretariaat konden weer vaker naar kantoor komen. Tegelijkertijd is het goed dat zowel de raad als de medewerkers de voordelen van hybride werken kunnen blijven benutten en daardoor optimaal samenwerken. Velen hebben, net als in 2021, ook dit verslagjaar veel extra werk verzet, onder meer aan diverse corona-gerelateerde spoedadviezen. Dat geldt voor de raadsleden, de beraadsgroep, wetenschappelijk secretarissen en de medewerkers van de afdelingen Bedrijfsvoering en Communicatie en redactie. Ik ben hen daarvoor zeer erkentelijk.
Op een aantal fronten ben ik bijzonder trots op de werkzaamheden van de Gezondheidsraad. Een voorbeeld daarvan is de samenwerking met andere organisaties op het gebied van COVID-19-advisering. Na het jaar 2021, waarin we tientallen adviezen hebben gegeven over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van vaccinaties en andere aspecten van de pandemie, konden we in 2022 meer gaan adviseren over de grote lijnen. Een voorbeeld daarvan waarover u in dit jaarverslag kunt lezen, is het Toepassingskader revaccinatie tegen COVID-19, dat meer conceptueel de wetenschappelijke basis voor de besluitvorming rond vaccinatie beschrijft. Ook beschrijven we in dit jaarverslag hoe we in 2022 met een viertal andere raden het initiatief namen voor het signalement Coronascenario’s doordacht: handreiking voor doordachte keuzes. In een samenwerking met in totaal dertien adviesraden bespreken we hierin hoe Nederland zich kan voorbereiden op een toekomst met het coronavirus, zonder dat we weten hoe die toekomst er precies uit zal zien.
Met het oog op de toekomst verbreden we onze inhoudelijke blik. Met name duurzaamheid en ethische aspecten van volksgezondheid en gezondheidzorg spelen een steeds belangrijker rol in onze adviezen. Naast de technische adviezen, op voor de Gezondheidsraad bekende terreinen zoals voeding, vaccinaties en toxische stoffen, verruimen we zo steeds meer onze blik naar een thema als duurzaamheid van de zorg. En naar de invloed van het exposoom op de gezondheid, waarmee we adviseren over de vele gecombineerde factoren die samen onze leefomgeving vormen. Over beide adviezen kunt u lezen in dit jaarverslag.
Met het aantreden van dr. Ingeborg de Wolf in juni als nieuwe algemeen secretaris van de Gezondheidsraad en directeur van het secretariaat is het bestuur compleet. Nu al vormt het bestuur, dat naast de algemeen secretaris en mijzelf wordt gevormd door prof. dr. Marianne Geleijnse, een hecht team. De Gezondheidsraad zal in 2023 de organisatiestrategie voor de komende jaren formuleren. Daarin betrekken we ook de raadsleden, medewerkers van het secretariaat en externe belanghebbenden. Zo blijft de Gezondheidsraad zijn wetenschappelijke adviestaak met gezag uitvoeren in een veranderende wereld.
Voor het succes van de Gezondheidsraad is de prettige samenwerking met onze opdrachtgevers, de bewindslieden en ministeries van VWS, IenW, SZW en LNV, en de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal, een belangrijke voorwaarde. Graag bedank ik hen via deze weg dan ook van harte voor hun vertrouwen in onze advisering.
Prof. dr. Bart-Jan Kullberg, voorzitter