Gewasbescherming en omwonenden
Vertrouwen van betrokkenen brengt advies verder
Zijn er gezondheidsrisico’s door blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen? En in hoeverre is de huidige toelatingsbeoordeling voldoende beschermend voor omwonenden? Juli 2019 vragen de ministers van VWS, LNV en de staatssecretaris van IenW hierover een vervolgadvies aan de Gezondheidsraad. Voorafgaand aan de totstandkoming van het eerste advies (2014) nodigt de raad belanghebbenden als omwonenden, telers en producenten van gewasbeschermingsmiddelen uit om hun vragen en zorgen te delen. Dit haalt veel kou uit de lucht en er ontstaat onderling meer vertrouwen tussen de belanghebbenden. Deze open houding van de Gezondheidsraad blijkt ook waardevol bij het traject dat leidt tot het vervolgadvies.
Wanneer juli 2019 de vraag komt om een vervolg uit te brengen op het advies Gewasbescherming en omwonenden (2014), heeft de Gezondheidsraad inmiddels veel ervaring met het onderwerp. Tijdens het eerdere adviestraject, dat twee jaar duurde, is flink geïnvesteerd in het betrekken van de diverse belanghebbenden. Mede dankzij twee hoorzittingen en een openbare consultatieronde is er onderling vertrouwen. Dit blijkt ook waardevol in het traject dat leidt tot het vervolgadvies. Zo heeft het vertrouwen een opening gecreëerd voor onderzoek naar de blootstelling van omwonenden van landbouwpercelen aan gewasbeschermingsmiddelen, hetgeen de Gezondheidsraad in 2014 adviseerde. Hoewel er destijds uit buitenlands onderzoek al aanwijzingen waren voor een verband tussen blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen en de kans op gezondheidsschade, zoals de ziekte van Parkinson en ontwikkelingsstoornissen bij kinderen, ontbraken blootstellingsgegevens van eigen bodem. In 2019 zijn die gegevens er wel.
In januari 2020 installeert de Gezondheidsraad een nieuwe commissie, die met een frisse blik naar de materie gaat kijken. Zij beoordeelt de stand van de internationale wetenschap, de resultaten van het inmiddels uitgevoerde meerjarige, nationale blootstellingsonderzoek (Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden, 2019) en de uitkomsten van een nationale gezondheidsverkenning (RIVM, Universiteit Utrecht, NIVEL, 2018). Daarnaast organiseert de commissie een hoorzitting waarin met belanghebbenden de nieuwe onderzoeksresultaten worden besproken: leiden die tot nieuwe vragen, zorgen of juist tot geruststelling?
De Gezondheidsraad concludeert dat blootstelling aan chemische gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk moet worden verminderd. De uitkomsten van het Nederlandse blootstellingsonderzoek zijn weliswaar minder uitgesproken dan die uit het buitenland, maar kunnen de ongerustheid ook niet wegnemen. Daarom adviseert de raad de reeds ingeslagen koers van voorzorg versterkt voort te zetten, door in de landbouw te streven naar verdere vermindering van de afhankelijkheid van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Voorlichting en handhaving zijn eveneens van belang, want telers blijken veilig werken niet altijd genoeg prioriteit te geven. De raad adviseert daarnaast de blootstelling van mensen periodiek te meten, bijvoorbeeld door te kijken naar afbraakproducten in hun urine. Ook blijft aandacht nodig voor de verbetering van de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen. Op 29 juni brengt de Gezondheidsraad advies uit aan de bewindspersonen van VWS, LNV en IenW. Het adviestraject heeft dan minder dan een jaar geduurd, is soepel verlopen en de betrokken partijen zijn tevreden. De betrokken ministeries laten weten het advies te omarmen.