Gezocht: topexperts m/v
#Vernieuwen #Experiment #Vacatures
Eén van de experimenten die de werkgroep Innovatie in 2018 in gang heeft gezet, is een vernieuwende manier van het werven van nieuwe commissieleden. Met dit experiment slaat de Gezondheidsraad twee vliegen in één klap: de doorlooptijd van de opstartfase wordt verkort én het getuigt van een open en omgevingsbewuste houding.
Het experiment aan de hand van vijf vragen uitgelegd
1 Hoe worden commissieleden tot nu toe geworven?
De Gezondheidsraad werkt met vaste en tijdelijke commissies. De leden van deze commissies worden gevraagd op persoonlijke titel, op grond van wetenschappelijke deskundigheid of ervaring. We streven ernaar om per advies de beste deskundigen uit te nodigen. Om ervoor te zorgen dat alle invalshoeken van de adviesvraag worden behandeld, zijn commissies multidisciplinair. Tot nu toe worden nieuwe commissieleden geworven via het zogenaamde ‘gouden netwerk’ van de Gezondheidsraad. Dit is een netwerk dat met veel zorg is opgebouwd en onderhouden. Het zijn topexperts in ons land, bijvoorbeeld afkomstig van de diverse universitair medische centra, universiteiten en onderzoeksinstellingen.
2 Wat houdt het experiment in?
We hebben in dit experiment onderzocht wat het betekent en oplevert als nieuwe commissieleden worden geworven via open sollicitaties, in plaats van via het netwerk. Eén van de redenen daarvoor was dat we merkten dat het opstarten van een commissie– van adviesaanvraag tot installatie van een commissie – vaak een tijdrovende klus is. Het peilen, polsen en persoonlijk spreken van het netwerk om commissieleden te vinden kost nu eenmaal veel tijd. En zelfs dan blijft het lastig om alle expertise op een terrein in beeld te krijgen. De werkgroep Innovatie dacht daarom na over manieren om dit anders aan te pakken. Daaruit komt het idee voort om in de zoektocht naar nieuwe commissieleden vacatures te plaatsen waarop iedereen die aan het gezochte profiel voldoet kan reageren. We willen hiermee niet alleen het opstarten van commissies sneller laten lopen, maar ook opkomende wetenschappers in het vizier krijgen.
3 Hoe is het aangepakt?
Het idee voor het experiment is ontstaan en uitgewerkt in de werkgroep Innovatie. In de eerste helft van 2018 is besloten om hier werk van te maken. We zochten op dat moment commissieleden voor de tijdelijke Commissie Bewaartermijn implantaatgegevens. Juist deze commissie leende zich goed voor dit experiment omdat we heel duidelijk wisten welke expertise we zochten. In de zomer zijn de eerste vacatures uitgezet, onder andere via vakbladen en LinkedIn. Het lukte om de vaart erin te houden doordat we in de vacaturetekst meteen konden aangeven wanneer de gesprekken plaatsvonden. En zelfs de data van de commissievergaderingen waren al bekend.
4 Is het experiment geslaagd?
Het experiment mag als een succes worden beschouwd. Voor de Commissie Bewaartermijn implantaatgegevens zochten we een medisch specialist, een jurist en een medisch ethicus. Alleen die laatste hebben we niet via de open vacature kunnen vinden. Maar we hebben in plaats van één wel twee medisch specialisten geselecteerd, omdat we beiden echt een aanvulling vonden voor de commissie.
Het is gelukt om zeer geschikte mensen te vinden die we nog niet in beeld hadden. De nieuwe manier van werken heeft geleid tot meer diversiteit van het netwerk van de Gezondheidsraad. De commissieleden die via vacatures binnenkomen zijn bijvoorbeeld opvallend jonger. Ook zien we meer praktiserende medisch specialisten. Nu de Commissie Bewaartermijn implantaatgegevens daadwerkelijk aan de slag is, zien we dat de mix van wetenschappers en mensen met praktijkervaring goed werkt. Specialisten die dagelijks met beide benen in de praktijk staan, kunnen goed meedenken over de uitvoerbaarheid van een advies.
5 Komt er een vervolg?
Omdat het experiment succesvol was, is het meteen weer toegepast voor het werven van commissieleden voor de nieuwe vaste Commissie Screening rond zwangerschap en geboorte. Hier hebben we gekozen voor een combinatie: werven via ons netwerk én via vacatures. Een kinderarts, een methodoloog en een huisarts in opleiding zijn via sollicitaties geselecteerd om zitting te nemen in de commissie. Die combinatie van het gouden netwerk en de nieuwe manier van werven werkt goed: dit geeft een combinatie van continuïteit, ervaring én frisse blikken. Afhankelijk van het soort advies en de beschikbare tijd zullen we dus zeker vaker kiezen voor deze nieuwe werkwijze.
In gesprek met Cécile van der Heijden
Eén van de nieuwe leden van de Commissie Bewaartermijn implantaatgegevens is de Amsterdamse advocate Cécile van der Heijden. We spreken haar over haar motivatie om te solliciteren en haar eerste ervaringen als commissielid.
Wat was je motivatie om te reageren op de vacature voor commissielid?
Allereerst boeit de vraag die aan de commissie voorligt mij enorm. Het onderwerp zit precies op het snijvlak van de zaken waar ik in mijn dagelijkse werk mee te maken heb, zoals privacyrecht en hulpmiddelenrecht. Onderwerpen waar ik persoonlijk heel blij van word. In mijn dagelijks werk heb ik te maken met bestaande kaders. En ik vind het ontzettend interessant om te zien hoe zo’n proces loopt waarbij wordt nagedacht over wat in de praktijk een juist uitgangspunt is om mee te werken. Bovenal kom ik de advisering van de Gezondheidsraad in mijn werk regelmatig tegen. Dat is inherent aan werken met het gezondheidsrecht. Het is dan ook fantastisch om een keer een kijkje in de keuken van dit instituut te krijgen.
Welke specifieke bijdrage lever je met jouw achtergrond aan deze commissie?
Ik kan met name de juridische kaders schetsen. In mijn werk heb ik niet direct te maken met bewaartermijnen. Anders zou ik gezien de onafhankelijkheid van de Gezondheidsraad ook geen zitting hebben kunnen nemen in deze commissie. Maar ik adviseer bedrijven, zoals fabrikanten van medische hulpmiddelen, bijvoorbeeld op het gebied van privacy. Omdat ik veel praktische ervaring heb met medisch hulpmiddelenrecht en de AVG, ben ik snel in staat om invulling te geven aan oplossingsrichtingen. Zo heb ik aan het begin van de eerste vergadering ook een korte presentatie gegeven over relevante wetgeving rond bewaartermijnen.
Mijn achtergrond maakt dat ik de theorie ken, maar vooral ook weet waar men in de praktijk tegenaan loopt. Overigens geldt dit nog veel meer voor de medisch specialisten in de commissie. Zij kunnen een hele praktische uitleg van de realiteit geven, waardoor ik als jurist weer heel snel moet schakelen. Ik word dan uitgedaagd om mijn juridische werkelijkheid meteen te vertalen naar praktische toepasbaarheid. Daarbij is ook de rol van de ethica in de commissie weer belangrijk, omdat zij vanuit een maatschappelijk-ethisch perspectief naar de adviesvraag kijkt. Dat maakt de discussie waardevol. Ik denk ook dat dit daardoor een heel logisch advies gaat worden. Een advies waar echt mee gewerkt kan worden.
Is je verwachting van het commissiewerk uitgekomen?
Los van de inhoud, ben ik er behoorlijk blanco ingestapt. Het onderwerp vind ik erg interessant. Tijdens het sollicitatiegesprek hebben de we inhoud al kort verkend. Ik had dus zeker verwacht dat het inhoudelijk interessant kon worden. Wat me opvalt is dat het proces ook veel energie geeft. Met name de samenwerking van de verschillende disciplines binnen de commissie. Als jurist heb ik een andere kijk op zaken dan bijvoorbeeld een medisch ethicus of een medisch specialist. Je hebt totaal verschillende invalshoeken en samen weten we heel snel tot de kern van de adviesvraag door te dringen. Je wordt door elkaar gepusht om uitgangspunten mee te nemen die je zelf normaliter niet direct bedenkt. Die wisselwerking maakt dat je tot een beter advies komt.
Wat jou betreft voor herhaling vatbaar?
Absoluut! Waar mogelijk met het oog op mijn werk als advocaat en de onafhankelijkheid van de Gezondheidsraad. Maar als dat zou passen, vind ik het heel leuk. Eerst werken we door aan dit advies. En dan hoop ik natuurlijk dat het advies wordt overgenomen door de minister. Dat zou de bekroning op het werk zijn.