De Gezondheidsraad toekomstbestendig
#Vernieuwen #Veranderproces #Toekomstbestendig
De wereld om ons heen verandert. Technologische ontwikkelingen maken het mogelijk om sneller informatie te vinden. Vooral als het om gezondheid gaat, een onderwerp dat iedereen aangaat en belangrijk vindt. Inwoners van Nederland zoeken zelf naar informatie. De kans op het vinden van fake news is dan niet uitgesloten. Ook organisaties zijn in staat om zelf informatie te verzamelen en rapporten te schrijven, soms sneller dan de Gezondheidsraad. Het is daarbij niet altijd helder hoe betrouwbaar de bronnen zijn en wie dit beoordeelt. Daarnaast is de autoriteit van wetenschappelijke en technologische kennis niet langer vanzelfsprekend. Die wordt in toenemende mate geplaatst in een bredere sociale context en is een zaak van publiek debat geworden. In dit veranderende landschap is het zaak voor de Gezondheidsraad om zijn stevige positie te behouden.
“Men wordt steeds vaker geconfronteerd met fake news en moet zich afvragen: wat is waar, wat is niet waar? Daarnaast zie je een versnipperd politiek landschap.
Dankzij een orgaan als de Gezondheidsraad hoeft er geen discussie te zijn over de feiten.”
Angelique Berg, Directeur-generaal Volksgezondheid
Is de Gezondheidsraad voldoende toekomstbestendig? Die vraag stond centraal in de evaluatie die is uitgevoerd door een externe commissie. In januari 2018 werd het evaluatierapport aangeboden aan de minister van VWS. De commissie heeft gesproken met opdrachtgevers, samenwerkingspartners, gebruikers van adviezen en vertegenwoordigers van de raad en zijn secretariaat. De commissie ziet dat de Gezondheidsraad nog altijd groot gezag heeft en dat het werk van de raad impact heeft in beleid en maatschappij. Juist in de huidige tijd van snelle ontwikkelingen is er een plek voor een adviesorgaan als de Gezondheidsraad met een sterk wetenschappelijk profiel, dat transparante en toegankelijke adviezen produceert. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de lange doorlooptijd van adviezen een belangrijk punt van aandacht is. Er zijn veranderingen in de organisatie nodig om de werkwijze van de Gezondheidsraad aan te passen aan de eisen van deze tijd. Dit vraagt sterk leiderschap. De commissie doet aanbevelingen om het wetenschappelijke profiel te koesteren en de werkwijze en interne organisatie van de raad en het secretariaat te vernieuwen.
“We zijn als Gezondheidsraad trots op onze gezaghebbende positie.
Maar dat gezag moeten we steeds weer blijven verdienen.
Daarom moeten wij blijven inspelen op de veranderende omgeving om ons heen.”
Margo Kerkhof, Algemeen secretaris
2018: Op weg naar de toekomst. Het jaar 2018 stond in het teken van vernieuwing. Met alle medewerkers is keihard gewerkt aan het toekomstbestendig maken van de organisatie. Een reis die ook in 2019 nog in volle gang is. De evaluatiecommissie merkte op dat de doorlooptijden van adviestrajecten al langere tijd een probleem zijn. Dat heeft ons er nog meer van bewust gemaakt dat het continu meebewegen met de veranderende wereld om ons heen heel belangrijk voor ons is. Het versterken van ons aanpassingsvermogen vormt daarom de kern van het veranderproces dat begin 2018 van start is gegaan.
Dat doen we aan de hand van de driehoek inhoud, proces en communicatie/samenwerking. Uitgangspunt daarbij is dat alle drie even belangrijk zijn. Algemeen secretaris Margo Kerkhof: “Dat klinkt misschien als een open deur, maar voor een wetenschappelijk adviesorgaan als de Gezondheidsraad heeft de inhoud altijd op nummer één gestaan. Dát is steeds leidend geweest in onze organisatie.” Het veranderproces is er dus ook op gericht om het procesmatig denken in de organisatie eigen te maken en om communicatie en samenwerking te versterken. “De driehoek geeft ons ook helderheid over de rollen: wie is verantwoordelijk voor de inhoud, wie voor het proces en hoe werken we samen?”
Het doel van het veranderproces is om, met behulp van state-of-the-art en omgevingsbewuste werkwijzen en een cultuur waarin vertrouwen en aanpassingsvermogen centraal staan, te komen tot een moderne flexibele organisatie met innovatiekracht. We werken elke dag samen aan modern leiderschap en medewerkerschap. Om dit te bereiken, gaan we meer sturen op processen en samenwerking en werken we aan heldere communicatie.
“Als organisatie in het front blijven in een snel veranderende wereld,
vraagt erom dat routine en innovatiekracht als schijnbare tegenpolen in hetzelfde huis wonen.”
Miranda Diependaal, Verandermanager
Maar wat betekent dit nu concreet? Hoe pakken we dat aan? De medewerkers van de Gezondheidsraad worden actief betrokken bij het veranderproces door deel te nemen aan een tiental werkgroepen. We zijn er trots op dat vrijwel alle medewerkers op die manier bijdragen aan de verandering. Vanuit die werkgroepen worden initiatieven en experimenten in gang gezet. Bijvoorbeeld het uitproberen van nieuwe werkwijzen, het in kaart brengen en updaten van onze processen, of het initiëren van vernieuwingen in onze methoden en technieken als het gaat om literatuuronderzoek en data-analyses. Wekelijks presenteren we elkaar in onze ‘huiskamersessies’ waar we mee bezig zijn en wat dit oplevert.
“In de werkgroep steken we onze neus regelmatig buiten de deur. Op zoek naar ontwikkelingen
op het gebied van wetenschappelijke methoden en slim zoeken, die we mogelijk kunnen inzetten in ons werk.
Op die manier dragen we bij aan een professioneel en up-to-date secretariaat.”
Kerstin van der Mark-Reeuwijk, Wetenschappelijk medewerker
Een blik vooruit. De werkgroepen zijn goed op stoom. In 2019 blijven we nieuwe initiatieven ontwikkelen. Tegelijkertijd worden de experimenten die in 2018 succesvol bleken, geïmplementeerd in onze werkprocessen. In 2019 vindt bovendien een reorganisatie van ons secretariaat plaats. Daarmee zorgen we dat – ook in de manier waarop de organisatie wordt ingericht en aangestuurd – het leidende principe geldt dat inhoud, proces en communicatie en samenwerking steeds van gelijk belang zijn.
“Het vraagt tijd om te veranderen en een flexibele en moderne organisatie op te bouwen, maar het geeft positieve energie om te zien dat de eerste experimenten geslaagd zijn en dat we het ook echt anders kunnen.”
Jolanda Rijnkels, Wetenschappelijk medewerker