Banden met het buitenland

In 2016 werden ook internationaal de banden aangehaald. Met name bij het adviseren over arbeidsomstandigheden

Beeld: ©-

In allerlei sectoren kunnen werknemers op hun werk worden blootgesteld aan schadelijke stoffen. Advisering over veilige grenzen aan die blootstelling is jaarlijks goed voor een reeks adviezen van de Gezondheidsraad aan de minister van SZW. Ook in 2016 verschenen er drie. De adviezen verschijnen altijd in het Engels omdat ze ook voor internationale discussies op dit gebied worden gebruikt.

De Commissie Gezondheid en beroepsmatige blootstelling aan stoffen (GBBS) die deze ‘stoffenadviezen’ opstelt, bestond in 2016 veertig jaar (als we haar voorgangers ook meerekenen). In die periode is de regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden steeds meer een Europese zaak geworden. In het verlengde daarvan geldt dat ook voor de advisering. De Europese Scientific Committee on Occupational Exposure Limits (SCOEL) is meer werk gaan verrichten en heeft meer invloed gekregen bij het vaststellen van landelijke stofnormen door het ministerie van SZW.

Ter gelegenheid van het jubileum van de commissie in 2016 kwam een delegatie van de SCOEL in Den Haag op bezoek. Volgens SCOEL-vicevoorzitter prof. Gunnar Johanson blijft het werk van commissies zoals die van de Gezondheidsraad hard nodig:

Onze Europese commissie brengt twee typen blootstellingslimieten uit: bindende en indicatieve. Bindende limieten móeten verwerkt worden in de nationale regelgeving. Maar meestal komt de SCOEL met indicatieve waarden. Het is dan aan de nationale commissies om deze te beoordelen en advies uit te brengen. SCOEL is tegelijkertijd ook enorm afhankelijk van bijdragen uit de lidstaten. Nationale groepen kunnen aanvullende inzichten leveren en zorgen voor peer review.

Nederland draagt actief bij aan het werk van de SCOEL, onder meer doordat een aantal GBBS-leden ook lid is van de SCOEL. De Commissie GBBS heeft verder een nauwe band met de Noord-Europese Nordic Expert Group. Dit heeft de afgelopen jaren geleid tot een reeks gezamenlijk opgestelde evaluaties, waarvan in 2016 één over dieselmotoremissie is uitgebracht. Ook is er een samenwerkingsovereenkomst met de Franse ANSES.