Vervolgadvies tweede boostervaccinatie tegen COVID-19
De bescherming die COVID-19-vaccinatie biedt tegen ernstige ziekte en sterfte neemt af na verloop van tijd. Een extra vaccinatie zorgt ervoor dat de bescherming weer toeneemt, maar dat effect is tijdelijk. Door vaccinatie nog een keer te herhalen (revaccinatie) neemt de bescherming weer toe. Eerder adviseerde de Gezondheidsraad om zo’n revaccinatie aan te bieden aan 70-plussers en de meest kwetsbare groepen, omdat zij een hoger risico lopen op ernstige ziekte en sterfte door COVID-19 en doordat het aantal besmettingen waarschijnlijk nog hoog zou zijn op het moment dat de bescherming van de booster bij hen afneemt.
Doordat de besmettingsgolf door de omikronvariant langer aanhoudt dan verwacht, speelt dit scenario nu ook voor mensen van 60 tot en met 69 jaar. Bij hen zal de bescherming door de booster zijn afgenomen op het moment dat het aantal besmettingen waarschijnlijk nog hoog is. Dat kan in deze groep, die een hoger risico loopt op een ernstig beloop van COVID-19 dan mensen onder de 60, leiden tot een toename van het aantal ziekenhuisopnames. De Gezondheidsraad adviseert daarom om een tweede booster (revaccinatie) beschikbaar te stellen voor mensen van 60 tot en met 69 jaar die dat willen en die langer dan 3 maanden geleden een vaccinatie hebben gehad of COVID-19 hebben doorgemaakt.