Vaccinatie werknemers: rotavirus
In juni 2021 adviseerde de Gezondheidsraad om alle kinderen te vaccineren tegen rotavirus. In het verlengde daarvan heeft de raad beoordeeld of vaccinatie tegen rotavirus zou moeten worden aangeboden aan werknemers, ter bescherming van zichzelf of ter bescherming van anderen, zoals kwetsbare groepen waarmee ze tijdens hun werk of daarbuiten in aanraking komen. Gebruik bij werknemers zou off-label zijn, omdat vaccins tegen rotavirus alleen zijn geregistreerd voor gebruik bij zeer jonge kinderen.
Werknemers in bijvoorbeeld de kinderopvang, het speciaal onderwijs en in zorginstellingen lopen een hoger risico om blootgesteld te worden aan rotavirus. Voor volwassenen vormen rotavirusinfecties in het algemeen echter geen belangrijk gezondheidsprobleem en werknemers lopen ten opzichte van de algemene bevolking geen groter risico er ernstig ziek van te worden. Er is dan ook geen reden om werknemers te vaccineren ter bescherming van zichzelf. Omdat het aannemelijk is dat volwassenen na vaccinatie nog steeds besmet kunnen raken en het rotavirus door kunnen geven – zoals ook het geval is na een natuurlijke infectie – ziet de Gezondheidsraad ook geen reden om werknemers te vaccineren ter bescherming van anderen.