RSV-vaccinatie voor ouderen
Volgens de Gezondheidsraad is een vaccinatieprogramma tegen het respiratoir syncytieel virus (RSV) voor ouderen en risicogroepen aan te bevelen, maar dan moet wel eerst bekend zijn of en hoe vaak herhaalvaccinaties nodig zijn. Dat schrijft de Gezondheidsraad in een advies aan het ministerie van VWS.
RSV is een virus dat luchtweginfecties veroorzaakt. Het virus circuleert vooral in de wintermaanden. Een RSV-infectie verloopt over het algemeen mild, vergelijkbaar met een verkoudheid, maar het kan ook ernstiger verlopen. Dat geldt voor zuigelingen, waarover de Gezondheidsraad eerder al heeft geadviseerd, maar ook voor ouderen – zeker als zij bijvoorbeeld een hart- of longaandoening hebben. Er zijn 3 RSV-vaccins beschikbaar voor ouderen. Het ministerie van VWS heeft de Gezondheidsraad gevraagd of een RSV-vaccinatieprogramma voor ouderen wenselijk is.
De vaste commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad concludeert dat vaccinatie ouderen kan beschermen tegen ernstige ziekte door RSV. Zij adviseert daarom een programmatisch aanbod van RSV-vaccinatie voor 75-plussers en voor medische risicogroepen en bewoners van instellingen voor langdurige zorg van 60 tot 75 jaar. Definitieve besluitvorming over de invoering van een programma kan echter pas plaatsvinden als de verwachte beschermingsduur bekend is. De werkzaamheid van het vaccin neemt af na 2 à 3 jaar, maar omdat de vaccins net nieuw zijn is het nu nog niet duidelijk hoe het zit met de jaren daarna. Ook is niet duidelijk of die afnemende werkzaamheid betekent dat het nodig is om de vaccinatie te herhalen en zo ja, hoe vaak. Zonder voldoende duidelijkheid daarover kan een vaccinatieprogramma volgens de commissie niet ingevoerd worden.