Preventie en vroege behandeling van eetstoornissen
Eetstoornissen, zoals anorexia nervosa, boulimia nervosa, eetbuistoornis en de vermijdende of restrictieve voedselinnamestoornis ARFID, zijn ernstige psychiatrische aandoeningen die ook vaak ernstige lichamelijke gevolgen hebben. Gemiddeld duurt het vier jaar voor iemand passende hulp krijgt. Gebrek aan kennis bij jongeren, hun ouders en professionals, lange wachtlijsten en een versnipperd zorgaanbod zijn daaraan debet. De raad adviseert de preventie vooral te richten op het vergroten van de mentale weerbaarheid van jongeren, onder andere door hun zelfvertrouwen te verbeteren en hen te leren verantwoord en kritisch om te gaan met (sociale) media. Van belang is dat jongeren zelf eerder beseffen dat ze ziek zijn en dat hun omgeving het sneller opmerkt. Een goed screeningsinstrument is nodig voor de vroege herkenning. Verder valt winst te behalen met een laagdrempelig behandelaanbod, dat meteen kan starten. Dat voorkomt dat klachten erger worden en helpt de wachttijd voor specialistische behandeling te overbruggen of dergelijke behandeling zelfs overbodig te maken. De Gezondheidsraad adviseert een landelijk uniforme aanpak van eetstoornissen, die op regionaal of gemeentelijkniveau uitgevoerd kan worden. De raad adviseert te investeren in onderzoek naar vroege herkenning van eetstoornissen, naar effectieve interventies en samenloop met andere ziekten.