De veertiendagengrens in de Embryowet
De Gezondheidsraad adviseert om de veertiendagengrens in de Embryowet aan te passen naar 28 dagen.
In de Embryowet is vastgelegd onder welke voorwaarden het is toegestaan om onderzoek te doen met embryo’s die overblijven na ivf-trajecten. Zo moet altijd vooraf getoetst worden of onderzoek echt nodig is en of het niet op een andere manier kan. Ook is vastgelegd dat onderzoekers de embryo’s niet langer dan 14 dagen mogen laten ontwikkelen buiten het lichaam.
Bij de evaluatie van de Embryowet kwam de vraag naar voren of die grens van 14 dagen opgeschoven kan worden. Op verzoek van de minister van VWS heeft de Gezondheidsraad zich gebogen over die vraag. Na een zorgvuldige afweging van de beschermwaardigheid van het embryo, het belang van wetenschappelijk onderzoek en het maatschappelijk perspectief komt de raad tot het advies de veertiendagengrens op te schuiven naar 28 dagen.