In 2020 heeft de Gezondheidsraad de uitkomsten van een studie naar de meerwaarde van een aanvullende MRI voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel op verzoek van de staatsecretaris van VWS bestudeerd. De staatssecretaris vroeg de Gezondheidsraad specifiek om hem ook te adviseren over de toekomstbestendigheid van MRI als methode voor vroegopsporing van borstkanker. De Gezondheidsraad beoordeelde de aanvullende MRI voor vrouwen met zeer dicht borstweefsel als positief. Volgens de Gezondheidsraad zijn de voordelen van aanvullende screening met MRI bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel groter dan de nadelen (zoals overdiagnose, overbehandeling en extra kosten).
Maar een haalbaarheidsstudie van het RIVM waarschuwde in 2020 voor een tekort aan MRI-capaciteit en aan personeel (MRI-laboranten). De implementatie van MRI-screening zou op korte termijn niet mogelijk zijn en de reguliere zorg zou verder onder druk komen te staan. Dat was voor de Gezondheidsraad reden om te waarschuwen dat een langdurig implementatietraject ingehaald zou kunnen worden door doelmatiger alternatieven voor personen met zeer dicht borstweefsel. Daarom adviseerde de Gezondheidsraad om te kijken naar alternatieven voor MRI-screening, zodat de vroege opsporing van kanker bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel op een zo kort mogelijke termijn gerealiseerd kan worden, zonder dat dit ten koste gaat van reguliere zorg. Hierbij zijn contrast enhanced mammography (CEM), oftewel mammografie met een contrastmiddel, en verkorte MRI als mogelijke alternatieven genoemd. De Gezondheidsraad vindt het belangrijk dat ook bij besluitvorming over de inzet van CEM en/of verkorte MRI een zorgvuldig traject gevolgd wordt waarbij gekeken wordt of de voordelen opwegen tegen de nadelen.