Van implementeren naar leren

Bevordering van de wetenschappelijke onderbouwing van het medisch handelen en van de zorgverlening in ruimere zin neemt al geruime tijd een prominente plaats in op de agenda van de Nederlandse overheid. Men verwacht veel van medical technology assessment (MTA), tegenwoordig ook vaak health technology assessment (HTA) genoemd. In dat beleidsdenken past ook de opvatting dat toepassing van de uitkomsten van MTA, steeds vaker vastgelegd in richtlijnen voor het professioneel handelen, de aangewezen weg is om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren. Deze richtlijnen blijken echter vaak in te traag tempo of in onvoldoende mate de dagelijkse praktijk te beïnvloeden. Daarmee ontstaat de "kloof tussen kennis en praktijk" waarop de Minister van VWS in haar Voortgangsrapportage Medische Technology Assessment van 14 februari 1996 doelt. In een adviesaanvraag aan de Gezondheidsraad vraagt zij de Raad vruchtbare benaderingen aan te geven om deze kloof te overbruggen.