COVID-19-vaccinatie: advisering over herhaalprikken met mRNA vaccins door RIVM
Nu de kranten volstaan over de stijging van het aantal besmettingen met het coronavirus, vraagt u zich wellicht af: waarom horen we van de Gezondheidsraad niets over een herhaalprik (revaccinatie)? Op 25 maart 2022 heeft de Gezondheidsraad in een algemeen advies aangegeven wanneer het komende jaar herhaalprikken nodig kunnen zijn. Met dat zogeheten toepassingskader, een initiatief van de Gezondheidsraad, heeft de raad een snellere besluitvorming mogelijk gemaakt. Op deze manier kan de minister van VWS in samenspraak met het RIVM beslissen of het nodig is bepaalde groepen een coronavaccin aan te bieden.
Of revaccinatie voor bepaalde groepen nodig is hangt onder meer af van de verwachte coronagolf ('de epidemiologische situatie') en de bescherming door de vaccins. Het RIVM beoordeelt de situatie en roept zo nodig het expertteam COVID-19-vaccinaties (OMT-V) bij elkaar om de minister te adviseren over een revaccinatie.
De Gezondheidsraad heeft in het Toepassingskader revaccinatie tegen COVID-19 de principes voor besluitvorming aangegeven, maar is bij de uitvoering daarvan niet meer betrokken. Zo kunnen de herhaalprikken met de mRNA-vaccins sneller en flexibeler ingezet worden. De raad adviseert wel bijvoorbeeld bij toelating van nieuwe vaccins over inzet in het vaccinatieprogramma of als het wenselijk is de doelstellingen of de doelgroepen van het vaccinatieprogramma te veranderen. Daarnaast werkt de raad aan een advies over coronavaccinatie op lange termijn. Dat verschijnt mogelijk in 2023, wanneer er naar verwachting meer bekend is over het coronavirus.